Djon Snel
Technisch Manager
Via zijn adviesbureau Witlox Brandveiligheid, met expertise op onder meer brandveiligheid, brandpreventie-advies, gebouwinspecties en projectbegeleiding, is Joric Witlox betrokken bij vele bouwprojecten. Met zeker dertig jaar ervaring in het vak brandveiligheid weet hij precies hoe je ontwerpen toetst aan brandveiligheidseisen. Daarbij heeft hij als voorzitter van Brandveilig Bouwen Nederland (BBN*) de missie wettelijke eisen te borgen en hamert hij op het belang onomstotelijk aan te tonen dat een product of constructie daadwerkelijk aan de eisen voldoet. Sterker nog, volgens hem kunnen de normen niet duidelijk en streng genoeg zijn.
Vanzelfsprekend is hij dan ook goed op de hoogte van de laatste wet- en regelgeving met betrekking tot bouwkundige brandveiligheid. Alprokon sprak met hem over de Omgevingswet*, het daaronder vallende Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl*) en de per 1 januari 2024 gefaseerde invoering van de Wet kwaliteitsboring voor bouwen (Wkb*). Witlox deelt zijn kennis over deskundigenverklaringen, classificatierapporten, aansprakelijkheidsverschuivingen, de zorgplicht en het belang van inspectie en onderhoud binnen de branche. Hij deelt zijn kritische blik op huidige richtlijnen en regelgeving en geeft (hoe kan het ook anders als brandveiligheidsadviseur) handige tips en raadgevingen.
Toon het maar aan
Terug naar juni 2023. Vanuit zijn rol bij BBN werd Witlox door ingenieursbureau en testinstituut Peutz uitgenodigd een presentatie te geven tijdens de officiële opening van hun nieuwe testlaboratorium. Volgens hem zijn én blijven brand- en rookproeven de basis bij de beoordeling van brand- en rookwerendheid. Daarom gaf hij een presentatie over het belang van testen, classificatierapporten en de manier waarop je bewijst dat je producten voldoen aan gestelde eisen. De presentatie heette ‘Toon het maar aan’ en stond in het kader van de Wkb en kwaliteitsborgers. ‘‘Het is steeds belangrijker dat wat er wordt gebouwd, ook voldoet aan de eisen. Kwaliteitsborgers, die onafhankelijk zijn van het bouwproces, vragen daarom steeds meer naar classificatierapporten. Deze kan je alleen overhandigen als producten bij een laboratorium zijn getest op hun toepassingsgebied. In eerste instantie op een direct toepassingsgebied (DiAp*) en in tweede instantie op een uitgebreid toepassingsgebied (ExAp*). Je test een constructie namelijk met exacte specificaties, bijvoorbeeld met een dubbel deurblad van 2 meter breed en 2,20 meter hoog. Vaak zijn er meerdere testresultaten en is er sprake van een overwaarde waarmee je ook een ExAp (Extended field of Application) mag laten bepalen. Maar die normen houden ook ergens op. Stel je mag volgens de ExAp gaan tot een deur van 2,30 meter hoog, maar jij wilt net bouwen met een deur van 2,31 meter. Is je deur dan niet goed? Je kan vervolgens nog een beroep doen op een Expert Judgement* van een bevoegd gezag, om zo toch een uitzonderlijke constructie te mogen toepassen, maar die krijg je niet zomaar’’ vertelt Witlox.
‘‘Je ziet dat hier een verschuiving gaande is,’’ vervolgt de brandveiligheidsadviseur. ‘‘Vroeger had men nog wel eens de instelling ‘ik denk dat het wel kan’ en lag het bevoegd gezag vaak bij de gemeente en brandweer. Nu is de teneur ‘toon het maar’. Er wordt niet meer snel gezegd dat iets kan, als het niet is getest. Er moet dus nog een deskundige aan te pas komen, die kan beoordelen of die soortgelijke afdichting met die deur van 2,31 meter ook voldoet. Ondanks dat het niet is getest. Testlaboratoria Peutz en Efectis hebben hiervoor een richtlijn geschreven gebaseerd op de EGOLF*. De BBN-werkgroep ‘Toon het maar aan’ gaat alle bestaande richtlijnen hierover inventariseren, samenvoegen en een eigen richtlijn opschrijven. Hier schuift ook een Alprokon-medewerker bij aan. Zo weet je bij wie je moet zijn voor een deskundigenoordeel, waar je op moet letten en hoe je met voldoende bewijs alsnog kunt aantonen dat je oplossing aan de eisen voldoet.’’
Van opleveringslijst naar voortdurende verantwoordelijkheid
De wet eist een betere kwaliteitsborging van producten in de bouw, maar wie is er nou uiteindelijk aansprakelijk voor de uiteindelijke kwaliteit van gebouwen? ‘‘Vanaf 1 januari is de aannemer aansprakelijk en verantwoordelijk voor het gebouw dat hij neerzet. De jaren daarvoor, als je nieuwbouw neerzette, had je een opleveringslijstje. Iemand noteerde dan restpunten die de aannemer nog moest aanpassen. Als bij de oplevering dat lijstje in orde was, kreeg je de sleutel en was de boel afgehandeld. Zag je daarná nog iets dat niet klopte, dan was de aannemer niet aansprakelijk want het stond niet op dat lijstje. Sinds dit jaar is dus een slinger gegeven aan de kwaliteit van bouwen in Nederland. De aansprakelijkheid blijft geldig door de jaren heen. Een hele goede slag wat mij betreft,’’ aldus Witlox. Bij exorbitante, vaak baanbrekende, projecten geldt een uitzondering; dan ligt de aansprakelijkheid bij de opdrachtgever.
Classificatierapporten, met daarin de toepassingsgebieden van producten, zijn voor aannemers en kwaliteitscontroleurs daarmee nóg belangrijker geworden. Uiteraard geeft de adviesexpert meteen wat tips voor het lezen van zo’n rapport. ‘‘Kijk goed of de juiste norm wordt toegepast. Natuurlijk kijk je ook naar het resultaat en of dat overeenkomt met de eis je die je wilt én of de constructie overeenkomt met de omschrijving in het toepassingsgebied.’’
Als brandveiligheidsadviseur denkt Witlox mee met architecten en aannemers over bijvoorbeeld brandscheidingen en doet hij zijn best cliënten te overtuigen nét even iets meer te doen dan de minimale eisen in het Bbl. ‘‘The devil is in the details. Dat geldt voor alles in de bouw. Het is precair, dus zorg ervoor dat je werkt met goed geteste producten en deze ook héél goed monteert. Elke aanpassing zie je terug in de werking van de toepassing.’’ Vanuit zijn professie ziet hij graag dat er hoge eisen worden gesteld, niet alleen in de praktijk maar ook zwart-op-wit.
Kritische reflecties
Volgens de BBN-voorzitter zorgt de huidige wet- en regelgeving afdoende voor de veiligheid van de gemiddelde burger, maar er wordt onvoldoende gekeken naar de mens die net niet aan die ‘norm’ voldoet. ‘‘Als je aan het Bbl voldoet, dan heb je alles een keer moeten bedenken met betrekking tot brandveiligheid. Je moet ervoor zorgen dat iedereen veilig kan vluchten en dat een brand niet over kan slaan naar de buren. Maar ik vind ook dat de wettelijke eisen hiervoor marginaal genoemd kunnen worden. In het geval van veilig vluchten bijvoorbeeld; er wordt uitgegaan van gezonde mensen die 30 seconden hun adem kunnen inhouden en dan brandcompartimenten van 30 meter kunnen overbruggen naar de volgende rook- en brandscheiding. Maar alles en iedereen die niet aan die ‘kwalificatie’ kan voldoen, bijvoorbeeld iemand met longklachten, of iemand die slecht ter been is, daar wordt geen rekening mee gehouden in de normen en regels van het Bbl. Terwijl steeds meer mensen langer thuis wonen en niet naar verzorgingstehuizen gaan bijvoorbeeld. Ik vind daarom dat brandcompartimenten kleiner zouden moeten zijn.’’
In zijn adviezen pleit hij dan ook voor meer doen dan de regel. ‘‘Beste klant, zeg ik dan, zorg er nou voor dat je even net iets meer doet dan dat. Je kan en mag je namelijk geen fouten permitteren. Voorkom dramatische gevolgen. Ook bij het testen geldt dat. Test nou je ‘worstcasescenario’ en denk na over de tijd waarin je leeft. Moderne meubels branden sneller; er zit meer plastic in huis, in producten en apparaten. Daar is niet naar gekeken vanuit het Bbl. De eisen van het Bbl zijn vergelijkbaar met het Bouwbesluit 2012, maar doordat tegenwoordig veel kunststof in de inrichting wordt gebruikt, ontwikkelt een brand veel sneller. Vroeger had je 15 minuten voordat er een flashover (vlamoverslag) ontstond, nu is dat 3 tot 5 minuten. Vanuit jouw zorgplicht als gebouweigenaar én omwille van de aansprakelijkheid is het daarom wel aan te raden daar kritisch over na te denken, daarnaar te testen en te bouwen.’’
Betere normen blijven in ontwikkeling
Hoewel Witlox kritisch is op de huidige wetgeving en eisen op het gebied van brandveilig bouwen, ziet hij ook positieve ontwikkelingen. Witlox: ‘‘Sinds een paar jaar is het testen en bepalen van de rookwerendheid van een toepassing verbeterd; toen de NEN 6075* officieel werd. Dat is absoluut een vooruitgang. Vroeger werd gezegd: als iets 20 minuten brandwerend is, dan is het 1,5 keer die tijd rookwerend, dus 30 minuten. Dat blijkt precies andersom, rook komt voor de brand. Dat is nu gewijzigd. Veel van de NEN 6075 is gebaseerd op de toen al aanwezige NEN-EN 1634-1*. In Nederland zijn we uniek in Europa om dit zo op te pakken. Een goede ontwikkeling; je kunt nu goed testen. Maar de Sa* en S200* eisen zijn in de praktijk lastig te controleren en toe te passen vanwege de complexiteit. Deze norm wordt nu herschreven. Wederom met deelname van iemand van Alprokon.’’
Zorgplicht en inspectie
Om ervoor te zorgen dat wetten en normen goed worden toegepast, komt ook een stuk bewustwording en onderhoud kijken. ‘‘Als je een gebouw oplevert dat helemaal in orde is, realiseer je dan dat vijf procent van je brandwerende doorvoeringen en afdichtingen binnen een jaar wordt doorbroken. Hier moet je inspecties en onderhoud op uitvoeren. Als ik een inspectie doe bij bestaande bouw krijgen de bouwdelen waar wordt geslapen meer onderhoudsaandacht dan andere ruimten. Die bouwdelen zou je naar mijn mening elk jaar moeten controleren; brandveilige vluchtroutes en goede compartimentering zijn namelijk cruciaal als het op brandveilig bouwen aankomt. Nog niet iedereen is zich bewust van het belang een inspectie eens in de zoveel tijd te (laten) doen.’’
Er is nog geen wetgeving op dit gebied. Alprokon staat echter achter het motto ‘net even iets meer doen dan de regel’ en heeft daarom de dienst ‘APK’ opgesteld: de Alprokon Product Keuring. Dit is een service die gratis wordt aangeboden en specifiek is ontwikkeld om gebouweigenaren op dit vlak te ondersteunen, ook voor brand- en rookveiligheid. Meer hierover vind je op: www.alprokon.com/diensten.
Witlox attendeert de partijen met wie hij werkt altijd op de zorgplicht, die omschreven staat in de Omgevingswet en het Bbl. ‘‘In die wet staat dat jij als bouwer, gebouwgebruiker of gebouweigenaar verantwoordelijk bent voor het melden van een fout in een gebouw, die een gevaar is voor brandveiligheid. Als dat project klaar is, blijf je verantwoordelijk voor je gebouw en de brandveiligheid. Het zou mooi zijn als uiteindelijk iedereen bij ‘brandpreventie’ niet alleen denkt aan bedrijfshulpverleners en brandhaspels, maar ook aan inspectie en onderhoud. Alleen zo blijf je aan eisen voldoen en kan je garanderen dat je aan wet- en regelgeving voldoet. Van onbewust onbekwaam naar bewust bekwaam. Daar ontstaat het onderscheid.’’
Witlox’ presentatie bij Peutz had de titel ‘Toon het maar aan’ en legt daarmee de vinger op de zere plek. Vertrouwen op aannames is uit den boze. Reken op testresultaten en classificatierapporten om de veiligheid van gebouwen te waarborgen en te voldoen aan strenge eisen. Als branche-experts zoals Witlox en collega’s hierop blijven hameren, kunnen we samen streven naar een bouwsector die niet alleen voldoet aan de wetgeving, maar ook de hoogste normen van veiligheid en kwaliteit nastreeft.
Alprokon. Elke ruimte veilig.
Meer weten over onze brandwerende en rookwerende deurnaalden? Bekijk onze producten. Benieuwd naar de brand- en rooktesten die onze deurnaalden en profielen ondergaan? Lees dan het interview met technisch manager Djon Snel.
Aanvullende informatie:
De Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) zijn dit jaar (stapsgewijs) ingegaan. De veranderingen uit de Wkb gelden (naar verwachting) tot en met 2028 alleen voor nieuwbouw van eenvoudige bouwwerken, zoals eengezinswoningen en kleine bedrijfspanden (gevolgklasse 1). Daarna volgen andere bouwwerken.
De overheid heeft als doel met deze wet minder gebreken bij nieuwbouw en verbouw te garanderen. Bouwbedrijven worden verplicht de kwaliteit van hun werk beter te controleren, waardoor de bouwkwaliteit van gebouwen verbetert en bouwfouten, zoals brandonveilige situaties of constructiefouten, worden voorkomen. Met als resultaat minder herstelkosten. Daarbij wordt het werk van onafhankelijke controleurs (kwaliteitsborgers) makkelijker en sneller, vanwege de verlegging van kwaliteitsverantwoordelijkheid naar bouwers zelf. Meer over de Wkb vind je op de website van overheidsinstelling de Eerste Kamer.
Begrippenlijst:
Stel je vragen over normen, keurmerken en wet- en regelgeving aan onze specialist. We helpen je graag verder.
Djon Snel
Technisch Manager